Parasympathicus
Je hersenen regelen alles wat er in het lichaam gebeurt. Dankzij een netwerk van zenuwen dat over je hele lichaam is verspreid is krijgen je hersenen informatie en kunnen dan zinvol reageren. Als je zenuwen bijvoorbeeld honger doorgeven, dan kunnen je hersenen je tot eten aanzetten. Zo regelt het zenuwstelsel alle handelingen, van het aansturen van spieren, het verwerken van prikkels tot het verloop van emotionele processen.
Dit zenuwstelsel bestaat uit 2 delen:
- Het bewuste zenuwstelsel: Dit gebruik je bijvoorbeeld als je een bal wegtrapt. Je stuurt bewust je been aan om een trap tegen de bal te geven.
- Het autonome zenuwstelsel. Dit wordt ook wel je onbewuste zenuwstelsel genoemd. Deze stuurt functies in je lichaam aan die automatisch lijken te gaan, zoals je bloedsomloop, het verteren van eten en je ademhaling.
De twee tegenovergestelde systemen binnen het autonome zenuwstelsel zijn:
- Sympatische systeem, de sympathicus
- Parasympatische systeem, de parasympathicus
De parasympathicus
Het parasympatische zenuwstelsel, de parasympathicus, is een deel van het autonome zenuwstelsel. De parasympathicus beïnvloedt de organen zodanig dat het lichaam in een toestand van rust en herstel kan komen.
Lichamelijke reacties:
- vernauwing van de pupillen
- verwijding van je bloedvaten
- vertragen van je hartslag
- vernauwen van de luchtpijptakjes (bronchioli), waardoor er per ademhaling minder lucht binnenkomt
- toename van de maag- en darmcontracties
- stimulatie urineproductie
De parasympathicus kun je vergelijken met een rempedaal. Het sleutelwoord voor de parasympaticus is: HERSTEL.
De wetenschap ging er in het verleden van uit dat je je rem- en gaspedaal niet bewust kon gebruiken. Maar mensen als Wim Hof hebben het tegendeel bewezen.
Met je ademhaling heb je direct invloed op je gas- en je rempedaal.
Vroeger was het zinvol om bij levensgevaarlijke situaties het gaspedaal in te drukken. We zagen een leeuw en we werden bang. Ons gaspedaal werd ingedrukt. Dit signaal zorgde in ons lichaam voor de aanmaak van adrenaline, waardoor we lichamelijk fitter en geestelijk scherper werden en snel weg konden rennen. Tegenwoordig gebeurt dit bij stress. Als je langere tijd last van stress hebt blijft het lichaam te lang geactiveerd en krijgt je lichaam te weinig mogelijkheid om te herstellen en je raakt uit balans. Op termijn loop je hierdoor het risico op een burn-out.
Weet je daarentegen wel goed te ontspannen na een (geestelijke of lichamelijke) inspanning, dan kan je lichaam zich herstellen en kun je stress juist gebruiken als slimme energiebron.