Lage hartslag
Gemiddeld varieert een normale hartslag van ongeveer 50 slagen per minuut in rust tot een hartslag van wel 180 per minuut bij een zware inspanning.
In rust heeft het lichaam minder zuurstof nodig, daarom is het aantal hartslagen per minuut relatief laag. Bij volwassenen is de hartslag in rust gemiddeld 60 tot 70 slagen per minuut. Tijdens de slaap kan de hartslag zelfs terugzakken naar 50 slagen per minuut. Baby’s hebben een veel hogere hartslag in rust: gemiddeld 130 slagen per minuut.
Je kunt de hartslag meten door het aantal slagen per minuut te tellen. De hartslag is het best voelbaar bij de pols. Leg hier twee vingers op en wacht tot je de hartslag voelt. Vervolgens tel je het aantal slagen gedurende één minuut. Dit aantal is je hartslag per minuut.
Je hartslag past zich voortdurend aan en verschilt per persoon. Het is afhankelijk van wat je doet. Als je lichaam meer zuurstof nodig heeft, gaat je hart sneller kloppen. Tijdens je slaap is je hartslag het laagst, dit komt omdat je organen en spieren dan weinig zuurstof nodig hebben.
Sporters met een goede conditie hebben vaak een lage hartslag in rust. Door alle training is hun hart meer gespierd en pompt het krachtiger. Daardoor werkt het efficiënter en hoeft het minder vaak samen te trekken.
Een lage hartslag is meestal niet gevaarlijk. De meeste mensen hebben geen klachten. Het gaat erom dat je hart genoeg bloed rondpompt zodat je hersenen te voldoende bloed en zuurstof krijgen.
Een lage hartslag kan klachten geven zoals:
- duizeligheid
- flauwvallen
- vermoeidheid
- slechte concentratie
- geheugenproblemen